De lederhuid

In de lederhuid liggen bloedvaten, haarspiertjes, zweetklieren met zweetkanaaltjes, zintuigen en uitlopers van zenuwcellen. Deze laag wordt niet steeds vernieuwd zoals de opperhuid. De lederhuid zorg er voor dat de huid elastisch is.

Onder de huid ligt het onderhuidse bindweefsel. In dit weefsel wordt vet opgeslagen in de vetcellen. Ze worden in de grote vacuole van de vetcellen opgeslagen als reservevoedsel. Het vet zorgt er ook voor dat er weinig warmte verloren gaat zodat het lichaam warm blijft.

De uitstulpingen van de lederhuid in de opperhuid zitten vol met hele kleine bloedvaatjes (haarvaatjes) en lymfevaatjes,waarvan de bovenliggende opperhuid wordt gevoed en afvalstoffen worden afgevoerd. Meer naar onderen in de lederhuid bevindt zich een dicht vlechtwerk van grotere bloedvaatjes en lymfevaatjes. Andere zenuwvezels verzorgen de talg- en zweetklieren, de spiertjes rond de haren en de bloedvaatjes. De bloedvaten in de huid zijn niet alleen verantwoordelijk voor de voeding (en zuurstofvoorziening) van de huid zelf, maar ze regelen ook de lichaamstemperatuur. De huiddoorbloeding bepaalt hoeveel warmte er word afgegeven aan de buitenwereld. De vezels in de huid bepalen de rekbaarheid en de trekvastheid. Hoe ouder de huid, des te minder rekbaar en trekvast deze is. In de lederhuid zitten ook pijnpunten waarmee wij pijn kunnen waarnemen

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb