Wat is een virus?

Een virus is een heel klein organisme die je eigenlijk alleen kan zien onder de microscoop. Een virus kan zich in levende cellen vermenigvuldigen. Om te overleven hebben ze een andere cel nodig. Virussen veranderen de cel door de stofwisseling te veranderen, dit is om op die manier aan voedsel te komen om zich te kunnen vermenigvuldigen: hun gastheercel maakt dat voedsel aan en overleeft het vaak niet.

 

Wat doet een virus?

Een virus heeft een lichaam nodig om te kunnen groeien, want een virus heeft lichaamsstoffen nodig om te verdubbelen. Het virus komt binnen in je lichaam en zoekt een gastheercel. Als het virus de gastheercel heeft gevonden, gebruikt hij de voedingsstoffen van de cel om te vermenigvuldigen. Dus krijg je van één virus, snel honderden virussen. Als gevolg kan de gastheercel barsten, Dit kan schadelijk zijn voor je lichaam. 

 

Voorbeelden

Als je verkouden bent of als je griep hebt, heb je ook een virus in je lichaam. Dit virus word door de witte bloedcellen kapot gemaakt. 

Tijdens de griep kan je ook last krijgen van koorts. Koorts zorgt ervoor dat het lichaam warmer is dan normaal. Dit is een verdediging tegen virussen want een virus houdt niet van warmte, en door de warmte gaan de witte bloedcellen sneller werken.

Als je griep hebt ben je vaak moe, dat komt doordat je lichaam bezig is om het virus uit je lichaam te krijgen. Daar wordt je moe van.

Ook kun je ook overgeven als je griep hebt. Dat is een manier om alle foute stoffen uit je lichaam te halen, dat helpt om het virus kapot te maken.